Je moet helemaal niets


Heb je het gevoel dat je van alles moet? Kun je niet stil zitten en gewoon niets doen? Ontdek waarom je helemaal niets moet, ontwikkel een gevoel van vrijheid en krijg weer rust in je kont.

We vinden dat we van alles moeten

Leg jij de lat te hoog voor jezelf? Als je het gevoel hebt dat je van alles ‘moet’ dan is dat waarschijnlijk het geval.

Hoe complexer onze levens worden, des te meer eisen we aan onszelf en onze omgeving stellen. Als je van jezelf een tikkie perfectionistisch bent dan is het makkelijk om erg veel van jezelf te vragen. Je wilt namelijk perfect zijn op allerlei gebieden. En om dat voor elkaar te krijgen ‘moet’ je allerlei dingen doen en laten.

Iets ‘moeten’ is echter een leeg begrip. In essentie moet je namelijk helemaal niets.

Je moet helemaal niets, je bent vrij

De meeste mensen zijn veel vrijer dan ze zichzelf laten geloven. Door je hoofd te vullen met allerlei mentale ballast kun je het gevoel krijgen dat je gevangen zit in een leven waarin je van alles moet. Je voelt je gevangen terwijl je eigenlijk vrij bent om te doen en laten wat je zelf wilt.

Niets moet. In essentie is niets in het leven verplicht, je kunt doen wat je wilt. Er is echter wel altijd een wet van oorzaak en gevolg van kracht. Dat betekent dat al jouw gedachten, woorden en daden resultaten teweegbrengen.

Moet je persé eten? Je moet niets. Je kunt ervoor kiezen om niet te eten. Het gevolg zal zijn dat je gezondheid achteruit gaat en dat je uiteindelijk dood zult gaan. Als dat niet het gewenste resultaat is, dan kies je ervoor om te eten.

Moet je persé van 9 tot 5 werken? Je kunt het anders aanpakken, voor jezelf beginnen of een flexibele functie vinden. Het resultaat zal zijn dat je vrijer bent in je werk, en wellicht meer gelukkig.

Laat iedere ‘moet’ zichzelf bewijzen

Wanneer je denkt dat je iets moet, laat deze verplichting zichzelf dan eens voor je bewijzen. Wat zou er, realistisch gezien, gebeuren als je het gewoon niet zou doen?

Wat zou er gebeuren als je niet naar je werk zou gaan? Je zou ontslagen worden? En dan? Zou je nieuw werk gaan zoeken, zal je een uitkering moeten aanvragen? Zijn er dingen die je zou kunnen doen om de situatie onder controle te krijgen en de ongewenste resultaten te minimaliseren?

Moet je iedere dag stofzuigen? Moet je persé de broodtrommel van je 15 jaar oude zoon klaarmaken? Moet je altijd zoveel mensen helpen, altijd naar perfectie streven of iedere maand in het rood staan? Moet je iedere week langs je ouders terwijl je er soms geen tijd voor hebt?

Wat zou er gebeuren als je het anders zou aanpakken, en wat voor resultaten zou dit opleveren?

Geef jezelf een ‘break’

Iets doen is niet altijd beter dan niets doen. Wanneer je het gevoel hebt dat je van alles moet dan maak je je leven waarschijnlijk onnodig zwaar. Laat de alarmbellen rinkelen zodra je jezelf het woord ‘moet’ hoort zeggen.

Wees kritisch naar jezelf, vraag jezelf direct af waarom jij dan denkt dat het moet. Besef dat niets moet, en dat er dus altijd een alternatief is. Je hebt keuze, en waarschijnlijk meer keuzes dan je in eerste instantie denkt. En keuze betekent vrijheid.

Doe eens niets. Durf niets meer te ‘moeten’, en voel hoe leuk het leven wordt zonder verplichtingen.

Bron: http://sochicken.nl/je-moet-helemaal-niets

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

NIETS MOET….ALLES MAG!

 

Perfectionisme en hooggevoeligheid


 

DE TITEL ”PERFECTIONISME”GELDT EIGENLIJK VOOR IEDER MENS, WEL OF GEEN HSP.
WE ZIJN ALLEMAAL WEL IETWAT PERFECTIONISTISCH INGESTELD.BESEFFEND EIGENLIJK DAT NIET ALLES VOLMAAKT OF PERFECT HOEFT TE ZIJN.
DOOR ZO TE DENKEN LEGT MEN OOK GEEN DRUK OP ZICHZELF EN GEEN ANGST.
EN ZO AANVAARDT MEN DAT ALLES IS ZOALS HET IS EN KOMEN MAG.

 

 

Hooggevoelig en perfectionist

Een van de vele kenmerken van hooggevoeligheid is de sterke neiging tot perfectionisme. In tegenstelling tot andere obsessies wordt deze drang tot tot het nastreven van perfectie doorgaans beschouwd als iets positiefs, als iets waar je punten mee kunt scoren, maar pas op…

Het woord ‘perfect’ komt uit het latijn en betekent onder andere dat iets zó goed is dat het resultaat niet te overtreffen is. Laten we eerlijk zijn, dat ‘iets’ niet te verbeteren zou zijn is vaak een nogal subjectief oordeel, aangezien ikzelf misschien wel kan vinden dat dit- of datgene niet beter kan, maar dat een ander daar juist heel anders over denkt. We hebben dus te maken met een mening, met iets dat in de grond van de zaak volkomen relatief en aanvechtbaar is. ‘Perfectie’ is een illusie, een beeld dat we zelf creëren.

Een groot deel van mijn cliënten lijdt onder hun verlangen naar perfectie. Ze doen hun best om absoluut geen fouten te maken en om in alles wat er op hun weg komt volmaakt te zijn: de volmaakte partner, moeder, vader, dochter,zoon, collega… Het huis volmaakt op orde, het eten waar niets op aan te merken valt en dat vervolgens ook op een perfect gedekte tafel een plekje moet vinden. Perfectie in… alles. Door het nastreven van deze volmaaktheid zijn ze eigenlijk altijd moe, want het is in hun ogen nooit goed genoeg. Uitrusten, even bijkomen en genieten van het bereikte resultaat is er niet bij, want télkens wanneer ze denken dat ze er zijn, dat alles tot in de puntjes verzorgd of af is, zien ze weer iets anders dat nog voor verbetering vatbaar is. De perfectionist, lieve lezers, is zijn eigen grootste vijand. Tussen twee haakjes, we komen het ook tegen in het eveneens onbereikbare schoonheidsideaal, een boeiend thema waarbij vaak alleen naar het uiterlijk wordt gekeken en er nogal eens over het hoofd wordt gezien dat ware schoonheid van binnen zit en naar buiten toe zichtbaar wordt, in plaats van andersom…

Er is niks mis mee om iets goed te willen doen, om goed werk af te willen leveren, om jezelf van je beste kant te laten zien en om jezelf te willen overtreffen. Dit is alleen maar een uiterst nobel streven! Het wordt echter een probleem zodra dit streven overgaat in obsessief gedrag en andere aspecten van je leven eronder gaan lijden. Begin je te merken dat jouw verlangen om iets goed te doen sterker wordt dan andere behoeften en verlangens die voorheen ook een plekje hadden in je dagelijks bestaan, krijg je in de gaten dat je eigenlijk alleen nog maar aan dat ene ‘iets’ kunt denken en dat je er tot `s avonds in je bed over ligt te malen en dat je innerlijk niet meer tot rust kunt komen, dan ben je waarschijnlijk bezig om de grens tussen iets goed te willen doen en in obsessief gedrag te verzanden, te overschrijden.

Wanneer moet je op je hoede zijn?

  •  Zodra je merkt dat het je moeite kost om iets los te laten, om wat anders te gaan doen en je te ontspannen.
  • Zodra het ‘iets’ waar je mee bezig bent ten koste van je nachtrust begint te gaan.
  • Zodra je beseft dat je, in je gesprekken met andere mensen, alleen nog maar over jouw thema wilt praten.
  • Zodra je begint de complimentjes die je voor je werk krijgt in twijfel te trekken.
  • Zodra je vanuit je omgeving opmerkingen krijgt met betrekking tot je obsessieve gedrag.

Het is geen goed idee om je uit te putten en je in de stress te werken voor iets wat sowieso nooit haalbaar is. Het kan nooit verstandig zijn om je gezondheid op te offeren voor iets wat nooit bereikbaar is. (Stress en uitputting kunnen ziekte tot gevolg hebben). Ik wil best toegeven dat ik, net als veel van die cliënten van mij, vroeger ook dacht dat iets (ik) perfect moest zijn en dat ik mij daarvoor verschikkelijk kon uitsloven. Intussen echter weet ik dat het een veel beter idee is om de lat op het niveau van ‘voldoende’ te leggen, beseffende dat dit ‘voldoende’ evenzo een subjectief oordeel inhoudt, maar dan wel met het verschil dat je het op een bepaald moment los kunt laten, dat je een klus op een bepaald moment gewoon af kunt ronden en dat je niet eindeloos door hoeft te gaan waardoor je in het obsessieve terecht komt.

Zo herinner ik me de eerste lezing die ik moest geven. De angst en de onzekerheid hielden me in hun verlammende greep. Vanaf de lagere school leed ik aan toneelangst. Maar ik móest en zou die lezing geven, en ik dacht: als ik me maar heel goed voorbereid, als ik alles maar zo ongeveer uit mijn hoofd ken, dan kan het niet mis gaan. Maar ik kwam nooit aan het uit mijn hoofd leren toe, want ik schreef en herschreef mijn verhaal, verscheurde het en begon weer opnieuw… omdat het nooit goed genoeg was. Op een gegeven moment besloot ik mijn tekst (bíjna perfect) aan anderen te laten lezen, terwijl ik ondertussen toch alweer met een nieuwe versie bezig was. Toen mijn kritische lezers  zeiden dat het goed was, geloofde ik ze niet… Ik was alleen nog maar totaal geobsedeerd met die lezing bezig, ik snauwde mijn omgeving af, voor eten had ik geen tijd en slapen? Nou, ik kon mijn tijd wel beter besteden… aan het herschrijven en bijschaven van mijn verhaal. Totale waanzin! Uiteindelijk kwam die lezing best in orde, en ik heb er veel van geleerd: op die manier nóóit meer.

Om te beginnen drong het toen pas echt tot me door dat dit soort irrationeel perfectionistische gedrag voortkomt uit een diepe onzekerheid. Ik was doodsbenauwd om fouten te maken, om uitgelachen te worden en om niet aan de verwachting (van wie, in vredesnaam?) te voldoen. En dat alles, beste lezer, zat gewoon alleen maar in mijn eigen kop, mijn beïnvloedbare koppetje van hsp’er. Die onzekerheid, dat zwakke zelfbeeld is iets wat bij heel veel hsp’ers een grote rol speelt. Ga maar eens kritisch bij jezelf na of je daar ook last van hebt, en doe er dan wat aan, want de lat op ‘volmaakt’ leggen in plaats van op ‘voldoende’, ‘middelmatig’ of ‘aanvaardbaar’, kan ernstige gevolgen hebben.

Wat kun je doen? 

  • Begin met de lat wat lager te leggen: ‘aanvaardbaar’ is goed genoeg, en zeker als het van een hsp’er komt.
  • Besef dat alle etiketten, alle oordelen in jouw hoofd zitten en dat ze daarom subjectief zijn. Altijd. Het zijn regelrechte saboteurs.
  • Leer complimentjes aanvaarden (en ze ook te geloven!
  • Herhaal het mantram: ‘Doen is beter dan volmaakt.’

Ik las ooit eens ergens het volgende: ‘Om verlicht te raken kunnen je kiezen uit twee poorten. Boven de eerste staat geschreven: Perfectie, boven de tweede staat Voldoende. De eerste poort, die van de perfectie, is een schitterende, rijkelijk versierde poort die degene die ervoor staat met zijn pracht probeert te verleiden. Wie besluit deze poort te betreden stuit onveranderlijk op een ondoordringbare muur. En de tweede poort? Achter deze poort bevindt zich een magische tuin waar alles mogelijk is. Het is echter denkbaar dat het nooit bij je opkomt om deze tweede poort, deze poort van Voldoende, te betreden… Het is aan jou om te kiezen en een geheel nieuwe wereld vol ongekende mogelijkheden te ontdekken.

 

Bron: http://hooggevoeligisnietraar.blogspot.nl/2013/11/hooggevoelig-en-perfectionist.html

Maar..


 

Máár…..

Waar bijna niemand bij stil staat is…dat we regelmatig het woordje ‘maar’ zonder opzet gebruiken. Het woord op zich geeft al aan dat we aan de ene kant ergens wel tevreden mee zijn, en aan de kant er een stukje ontevredenheid of ongenoegen is. Nieuwsgierig zoals we kunnen zijn wanneer we naar iemand luisteren of lezen, dat wat er achter de ”maar”…………….. aankomt altijd veel belangrijker is. Dat wat er dan eerder gezegd of geschreven is niet belangrijk meer is of vergeten wordt. Het begint met enthousiasme die dan eigenlijk meer overgaat in een soort geklaag of gemopper die we uiten op deze wijze. Dat kan soms heel vermoeiend zijn om aan te horen of te lezen, het kan zelfs zover gaan, dat het irritant wordt.

 

Voorbeelden:

* Een mooi cadeau gekregen, máár…..het was niet mijn smaak.

* Mijn vriendin is heel lief en aardig, máár….. ze zeurt zoveel.

* Het boek is prachtig, máár….. de kaft is zo lelijk.

* De cursus was erg leuk, máár…….de lerares was nors.

En zo zijn er talloze voorbeelden, dat we aangeven dat er altijd wel op iets aan te merken is.

 

Perfectionisme

Mensen zijn perfectionistisch ingesteld en blijven zoeken naar perfectionisme en volmaaktheid die eigenlijk niet eens bestaat. Het zal nooit goed genoeg zijn, er zal altijd wel iets mis of een máár zijn.

Het is moeilijk om het woord niet te gebruiken omdat het in ons systeem vastgebakken zit en we het automatisch toch gebruiken. Wanneer het woordje ”máár” niet gezegd of geschreven zou worden, krijgen we een hele andere freqentie of energie die heel aangenaam klinkt. Het zou klinken zonder geklaag, gezeur of gemopper. Maar vooral positiever zoals..

Mijn vriendin is heel lief en aardig, het gezeur neem ik op de koop toe omdat ze me dierbaar is.

Nu kan ik niet komen, maar straksjes wel.

Laten we eerlijk zijn…het klinkt toch wel heel anders. Met geen máár te gebruiken wordt een gesprek, luisteren en lezen een stuk aangenamer en positiever.

Zelf ken ik ook mensen die veel het woordje máár gebruiken. Je voelt  vantevoren ergens al de twijfel of ongenoegen nog voordat deze zijn uitgesproken. Door hier heel goed naar te luisteren, ga je vanzelf beseffen dat het ook anders kan zonder dat eeuwige gemaar….

 

Bron: © Marianne