Een HSP verhaaltje.


Een HSP verhaaltje…

Op een hoek van een straat stond een oude vrouw met lange grijze haren moeizaam voorovergebogen. Ze was zoekende naar iets dat ze blijkbaar had verloren. Haar door het leven getekende lichaam trachtte zover mogelijk voorover te buigen om dat te vinden wat ze was kwijtgeraakt.
Ze zocht, keek en hoopte, maar het moment van vinden bleef uit.

Aan de andere kant van de straat zat een man een pijp te roken en bestudeerde nieuwsgierig de oude dame in haar zoektocht naar het voor hem onbekende. Na ongeveer twintig resultaatloze minuten stond de man op met de intentie de oude vrouw te gaan helpen. Hij stak de straat over en benaderde de hoogbejaarde zoekster. “Mag ik u wat vragen?”, vroeg de man. “Ik zit al een tijdje hier tegenover op het bankje en ik zie u zoeken naar iets dat u klaarblijkelijk niet kunt vinden. Kan ik u misschien helpen? Wat zoekt u precies? ”De oude dame strekte haar rug recht en keek de man verbaasd aan. “Wat aardig van u. Tja, ik snap het ook niet, ik ben mijn haarspeld verloren maar ik kan haar niet meer vinden. Ik begrijp er werkelijk niets van.

”Nu had de man wel eens van haarspelden gehoord maar het fijne wist hij er ook niet van.“Hoe ziet zo’n haarspeld eruit, mevrouw? Is ze van plastic? ”De vrouw lachte en zei: “Nee jongeman, het is een klein donkerbruin metalen strookje met aan de bovenkant van die karteltjes. Ik heb nog eens goed door mijn lange haren gestreken, maar ze zit er echt niet in. Ik ben haar zeer zeker kwijtgeraakt. ”De man begreep het en ging op zijn hurken zitten. Vervolgens tastte hij met zijn handen en ogen de stoep af in een weidse omtrek. Zo wist hij zeker dat hij het hele gebied onderzocht waarin de vrouw aan het zoeken was. Aan het einde vande stoep draaide hij zich weer om en al hurkend tastte hij dezelfde weg terugweer af. Zijn handen en ogen hadden elke uithoek van elke tegel gevoeld en gezien. Aan het einde van zijn onderzoek stond hij op en keek de vrouw met een diepe zucht aan. “Ik heb de hele stoep van links naar rechts afgetast en bekeken, maar er ligt hier nergens een haarspeld, dat is nu zeker. Ook voorbij de stoeprand heb ik nog gekeken maar ze ligt hier echt niet. Weet u wel zeker dat u haar hier verloren hebt? ”De vrouw keek hem enigszins verbaasd in de ogen aan. “Nee, ik heb haar niet hier verloren. De plek waar ik haar heb verloren, is bij mij in de achtertuin, net voorbij het gazon. ”De man strekte zijn wenkbrauwen en keek vol ongeloof richting de bejaarde dame. “Sorry? U loopt dus hier te zoeken naar uw haarspeld, maar u vertelt me nu dat u haar niet hier bent verloren maar bij u in de achtertuin? ”De dame keek ook weer verbaasd naar de man terug en zei: “Ja, is dat zo raar dan? ”De man schoot in de lach en reageerde: “Indien u de haarspeld niet hier bent verloren, maar in uw achtertuin, dan gaat u toch niet hier zoeken maar in uw eigen achtertuin? ”De vrouw keek alsof ze water zag branden. “Dat kunt u nu wel zeggen, meneer, maar die logica is mij nooit uitgelegd. Het is voor mij de gewoonste zaak van de wereld om te zoeken als ik iets ben kwijtgeraakt, maar de plek wáár ik moet zoeken is mij altijd onbekend gebleven. Vandaar dat ik gewoon zoek en dus geen besef heb om te gaan zoeken op de plek waar ik haar daadwerkelijk heb verloren …”

Deze oude vrouw wist letterlijk niet waar ze het zoeken moest omdat niemand haar had uitgelegd hoe en waar ze moest zoeken.

Waar zoek jij eigenlijk? Waar zoek jij jezelf? Zoek jij jezelf op de plek waar je jezelf hebt verloren, op je eigen gazon? Of zoek je jezelf in de gedachten, meningen en ideeën van andere mensen over jou en wat die over je denken en zeggen? Denk jij jezelf te kunnen vinden in de gedachte en mening van een ander? Denk jij dat indien een ander positief over je denkt, dat het dat is wie je als ‘persoontje’ op het toneel van het leven daadwerkelijk bent? Of denk je dat indien een ander negatief over je denkt dat je dat werkelijk bent in plaats van te doorzien dat het slechts een gedachte is die een ander toebehoort?

Veel HSP’s proberen zichzelf te vinden in de meningen, gedachten en belevingen van een ander persoon. Ze zoeken niet in zichzelf maar buiten zichzelf. ‘Ik ben de mening, gedachte, visie, ideeën en ook de oordelen die een ander over mij heeft’, is dan het uitgangspunt. ‘Door mijn eigen gedrag aan te passen kan ik misschien krijgen wat ik nodig heb. En wat ik nodig heb, is dat ze me aardig vinden, me als positief ervaren en goed over me spreken.’

Dat is een reden waarom HSP’s zich zo gemakkelijk kunnen aanpassen aan de ander. Of ze gaan hun uiterste best doen, ‘pleasen’ en ontzettend lief zijn om goedkeuring te krijgen van een ander. ‘Want dan ben ik oké.’ Maar is dat ook zo? Ben ik daadwerkelijk oké als een ander dat aan mij laat zien, zegt of vindt?

Ik moet je teleurstellen en bevrijden tegelijk. De gedachten, meningen, visies, oordelen, goedkeuringen, waarden en normen van een ander zijn slechts een wereldbeeld van die ander en meer niet. Het leeft allemaal letterlijk in die anderen dat is niet van jou. Hoe kun je nou iets van jezelf vinden wat je niet in jezelf, maar buiten jezelf zoekt? Jouw beleving over een film vind je toch ook in jezelf? Dat ervaar je al direct tijdens het kijken van de film. Of zoek je jouw beleving van een film ergens anders? En wat is eigenlijk ‘jezelf’? Dat je leuk bent, goed genoeg bent, aardig bent of mooi bent? Al die meningen zijn overigens ook nog eens tijdelijke meningen en zijn zo veranderlijk als het weer in Nederland.

Ook het weer is iets buiten jezelf. Als het weer zou bepalen wie jij bent, dan zal het je in een uur tijd liefdevol omarmen met warmte en je ook snel weer in de kou laten staan om daarna een enorme ‘huilbui’ in je los te maken doordat jij wordt overspoeld door een stortbui, terwijl iemand anders wel zonnestralen krijgt toegediend.

Zo gaat dat ook met andere mensen. Het ene moment ontvang je de warmte van de ander omdat diegene een gevoel van liefde ervaart. Op een ander moment is die ander chagrijnig en laat hij je in de ‘aandachtelijke kou’ staan omdat hij zelf een chagrijnig gevoel beleeft en van daaruit reageert. Dat heeft niets met jou te maken.

Net als de oude vrouw de haarspeld probeert te vinden op een plek waar ze die nooit zal vinden, zoek jij jezelf ook op een plek waar je jezelf nooit zult vinden.

We hebben gedachten, maar we zijn ze niet. We kunnen namelijk een gedachte die verschijnt niet tegenhouden of vasthouden. Dat gaat vanzelf. Ze zijn er gewoon, of ze zijn er niet.

Als ik niet een gedachte in mijn eigen hoofd ben, dan ben ik toch helemaal niet een gedachte in het hoofd van iemand anders? En wat iemand over jou zegt, is altijd slechts een gedachte.

Zoek jezelf in je zelf, in je hart, in je wensen, je gevoelens, je waarheid en niet in een gedachte of beleving van een ander persoon. Handel vervolgens van daaruit. Dan geef je uiting aan jouw wereldbeeld in alles wat je doet.

Sta voor je ik, sta voor jezelf. Dan word je een liefdevolle rebel voor de vorm die je bent. Sluit een innerlijke vriendschap met alles wat in je huist, dan wordt samenwonen met jezelf een veilige thuisbasis.

“Wanneer ik mezelf zoek in de beleving van een ander,neem ik afstand van mezelf.”

Uit het boek ‘Hartsverhalen voor iedere HSP (met inspirerende krachtkaarten)’ (Antoine van Staveren, september 2014, uitgeverij Elikser)

Advertentie

Verhaal: het hart


 

Het hart

Op een dag stond er op het dorpsplein een jongeman die beweerde dat hij het mooiste hart van de wereld had. De mensen om hem heen zagen zijn hart en beaamden het. Zijn hart was volmaakt. Geen enkel schrammetje of wondje. Nog nooit hadden ze zo’n mooi hart gezien. De jongeman straalde.

hartverhaal 250x170Plotseling verscheen er een oude vrouw op het plein, die alles rustig in zich opnam. Met één beweging haalde ze haar hart tevoorschijn en legde het in haar gerimpelde handen. Nu keek iedereen naar het hart van de oude vrouw. Het sloeg krachtig. Het zat alleen vol littekens en plaatsen waar het was opgelapt. Waar stukken misten, waren er andere in gezet. Er zaten rafelige hoeken aan, omdat ze niet precies pasten. Op sommige plekken misten zelfs delen. De mensen keken verbaasd toe. Hoe kon deze vrouw haar hart zo open bloot laten zien. Het leek wel of ze er zelfs bij mee was. “Is mijn hart niet het allermooiste?” vroeg ze de jongeman.

De jongeman keek naar het hart van de oude vrouw en lachte toen hij zag in welke staat het verkeerde. “U maakt een grapje”, zei hij. “Vergelijk uw hart eens met het mijne. Dat van mij is helemaal gaaf en dat van u een puinhoop vol littekens en scheuren.”

“Dat zie je goed”, beaamde de oude vrouw. “Toch zou ik niet met jouw perfecte hart willen ruilen. Elk litteken vertegenwoordigt iemand aan wie ik mijn liefde heb gegeven. Ik scheur een stukje uit mijn hart en geef het aan die persoon. En vaak geeft iemand mij dan een stukje van zijn hart terug om de lege plaats op te vullen. Die stukken zijn natuurlijk niet hetzelfde. Ik heb gerafelde plekken in mijn hart, dat ben ik met je eens. Het herinnert me eraan dat ik mijn liefde met iemand heb gedeeld. Soms geef ik een stukje van mijn hart weg en geeft de ander me niets uit zijn hart terug. Dat zijn de gaten die je ziet. Dat is het risico van de liefde. Al zijn de gaten pijnlijk, mijn hart blijft zo open. Het herinnert me eraan dat ik liefheb. Zie je nu wat echte schoonheid is?”

De jongeman had ademloos staan luisteren, geraakt door het verhaal van de oude vrouw. Terwijl hij naar haar toeliep, deed hij een greep in zijn ongeschonden hart en scheurde er een stuk uit. Hij gaf het haar met trillende handen. De oude vrouw nam het aan en plaatste het in haar eigen hart. Toen nam ze een stuk uit haar hart en legde het in de wond van het hart van de jongeman. Het paste niet helemaal, er zaten rafels aan.

De jongeman keek naar zijn hart. Het was niet langer volmaakt, wel mooier omdat de liefde van de oude vrouw nu ook door zijn hart stroomde. Ze omhelsden elkaar en namen afscheid. Om het verhaal van het hart aan anderen door te geven.