
Het geheim van de leegte

Spiritualiteit
Een spinnenweb van gedachte
Heb je wel eens goed naar een spinnenweb gekeken. Zo prachtig transparant en gebouwd van dunne draadjes die zo kleverig kunnen zijn wanneer je deze aanraakt. Toch vangen deze zeer dunne draadjes de meeste vliegen die in het web vliegen.
Deze prachtige transparante spinnenweb kun je vergelijken met je gedachten die ooit eens ontstonden in alle stilte en leegte. Gedachten die eenmaal gevangen worden in het kleverige web, zijn moeilijk los te laten. Ze kunnen alleen oplossen waar ze ooit eens geweven zijn….in de stilte.
Marianne ©
Sommige mensen verdragen de stilte niet, want ze ervaren haar als een leegte, een afwezigheid: afwezigheid van beweging, afwezigheid van leven.
In werkelijkheid is er stilte en stilte, en over het algemeen kunnen we zeggen dat er twee soorten stilte bestaan: die van de dood en die van het hogere leven.
Het is de stilte van het hogere leven die we moeten liefhebben en in ons cultiveren.
Deze stilte is geen inertie, maar een intense arbeid die gerealiseerd wordt in de schoot van een volmaakte harmonie.
Het is evenmin een leegte, een afwezigheid, maar een volheid vergelijkbaar met deze die ervaren wordt door wezens verbonden door een grote liefde: wat zij beleven, gaat zo diep dat ze het niet kunnen uitdrukken, noch door gebaren of noch door woorden.
De echte stilte is de uitdrukking van een aanwezigheid, de goddelijke aanwezigheid.
~☼~
Omraam Mikhael
Stilte….het mooiste wat een mens kan en mag ervaren.
Wees stil en laat de leegte zijn verhaal vertellen..
Waar het Licht zich spiegelt
In water van gevoel
In rust en stilte..
Daar waar schoonheid is
Samengesmolten tot eenheid
In de leegte van Kosmos
Daar waar….
Liefde een waarheid is
© Marianne
Wanneer gedachten verdwijnen, wie ben je dan? Een volkomen leegte, niets, ledigheid. Daarom heeft Boeddha een vreemd woord gebruikt. Niemand vóór hem of na hem heeft ooit zo’n concept bedacht. De mystici hebben altijd het woord ‘zelf’ gebruikt voor de meest innerlijke kern van je wezen. Boeddha gebruikt het woord ‘geen-zelf’. En ik ben het helemaal met hem eens. Hij is veel nauwkeuriger, dichter bij de waarheid. Als je het woord ‘zelf’ gebruikt – zelfs al doe je dit met een hoofdletter ‘Z,’ dan maakt het nog niet veel uit. Het blijft je een gevoel van ego geven. En met een hoofdletter ‘Z’ kan het je zelfs nog een groter ego geven.
Boeddha gebruikt de woorden ‘atma’ en ‘atta’ niet voor ‘zelf’. Hij gebruikt juist de tegenovergestelde woorden: ‘geen-zelf’ – ‘anatma’, ‘anatta’. Hij zegt dat wanneer het denken verdwijnt, er geen zelf overblijft. Je bent universeel geworden, je hebt de grenzen van het ego overstegen. Je bent pure ruimte, onbesmet door wat dan ook. Je bent alleen maar een spiegel die niets reflekteert.
Bron: http://www.osho.com/nl/read/osho/osho-on-topics/topic-588
Wat een prachtige en duidelijke verwoording van Osho die ik altijd graag lees. Ik is Ego? mezelf staat zo raar om mee te beginnen. En het Zelf omschrijven is heel erg Ego
De liefde zoeken is niet je taak; je taak is het zoeken naar, en wegnemen van alle, door je zelf opgeworpen innerlijke hindernissen die je het vinden ervan beletten.’ Rumi
Tot de vele pijnplekken die je als hooggevoelige mens kunt ervaren, behoort het feit dat velen zo intens veel van hun partner kunnen houden dat ze zich met “lichaam, ziel en geest” aan hem of haar geven. En dat intense, je met een ander verbonden voelen, hoeft niet eens beperkt te blijven tot liefdesrelaties, maar kan zich ook voordoen bij diepe vriendschappen of bij bepaalde familierelaties. Als zo’n relatie dan op een gegeven moment ophoudt of uit gaat dan kan dat ongelooflijk veel pijn doen. De positieve kant daarvan (want die is er gelukkig wel) is dat een dergelijke ervaring je innerlijk sterker en emotioneel onafhankelijker kan maken.
Binnen een van de HSP-groepen van Facebook liep onlangs een interessante uitwisseling over dit thema, die begon met de volgende vraag: ‘Hoe komt het toch dat HSP’ers zo gevoelig zijn voor stemmingen van een ander, en dat dit zelfs ten koste van je eigenwaarde kan gaan?’ Een goede vraag waarin menigeen zich zal herkennen. Maria, van wie deze vraag afkomstig was, ging verder met te vertellen dat haar vriend, in het begin van hun relatie, haar overlaadde met complimentjes en attenties en hij alles wat ze deed, dacht of zei even fantastisch vond. Na een poosje echter, namen zijn enthousiasme en steun beduidend af en gebeurde het steeds vaker dat hij kritiek leverde terwijl haar plannen en ideeën, die hij vroeger zo fantastisch had gevonden, hem nu bespottelijk en infantiel voorkwamen. Maria is zich ervan bewust hoe ze, bij elk van zijn negatieve reacties, steeds meer aan zichzelf gaat twijfelen, en ze voelt zich verdrietig en verraden. Ze zegt: ‘En het enige wat ik dan nog kan denken is dat het wel erg triest met mezelf gesteld is, want het is duidelijk dat ik mijn zelfbeeld, mijn gevoel voor eigenwaarde, volledig laat afhangen van hoe anderen mij zien. En als ik “anderen” zeg, dan bedoel ik diegenen die ik als mijn centrum beschouw, als mijn motor en mijn anker.’
Dat laatste is belangrijk, en helemaal als je HSP bent. Het gaat hier om twee thema’s waar de hooggevoelige mens nog al eens op minder aangename wijze mee te maken krijgt. Om te beginnen is dat het thema van het zelfbeeld dat, zoals je misschien wel weet, bij veel HSP’ers aan de zwakke kant is. En ten tweede is er het feit (sterk samenhangend met dat zwakke zelfbeeld) dat hooggevoeligen nog al eens de neiging hebben zichzelf aan anderen ‘te schenken’, om zichzelf weg te cijferen.
Terugkerend naar de vraag van Maria, kunnen we stellen dat haar probleem rechtstreeks te maken heeft met dit schenken van jezelf, met het wegcijferen van wie je bent. In plaats van voor jezelf te leven, leef je voor een ander. Je schenkt jezelf (je tijd, energie, je levenslust en mogelijk zelfs je geld) aan degene die je lief hebt. Waarschijnlijk ben je je er niet van bewust, maar wat er ondertussen gebeurt is dat je je zwakke zelfbeeld probeert te versterken met alles wat je ontvangt door je in dienst van die ander te stellen. Je teert als het ware op wie die ander is. (‘Kijk eens hoe goed ik ben, ik doe álles voor hem/haar!’) Of, om een beeld te gebruiken: je absorbeert de ander, je zuigt hem bij jezelf naar binnen, waardoor je hem automatisch gaat beschouwen als het middelpunt van je leven, als ‘je centrum, je motor en je anker.’
Je zou een zwak zelfbeeld kunnen zien als een innerlijke leegte, als een holte die gevuld zou moeten zijn met een gevoel van tevredenheid, met de aanvaarding van het prachtige wezen dat je bent. Leegtes willen gevuld worden, dat is nu eenmaal zo. Lukt het je om wat voor reden niet om die innerlijke leegte zelf te vullen, dan kun je je misschien voorstellen hoe je op zoek gaat naar anderen die dat voor je kunnen doen: je absorbeert anderen die je met hun liefde voor jou het gevoel kunnen geven dat je de moeite waard bent. En zeg nu zelf, hoe kun je zo iemand niet alles willen geven wanneer die iemand zich in jouw centrum, in jouw hart bevindt en daar volledig deel uitmaakt van jouw bestaan? De grenzen tussen jou en die ander zijn opgelost, zijn vervaagd; jullie zijn één. De versmelting van twee zielen, een prachtig en romantisch beeld dat jammer genoeg tot een ander tijdperk behoort en nu, in deze tijd van de ontwikkeling van het menselijk ego, niet langer haalbaar is.
Laten we eens kijken naar waarom zo’n mooie versmelting op den duur niet houdbaar is. Maria zei het zal: na een tijdje begon haar partner kritisch en onaardig te worden. Haar vriend, die door haar geabsorbeerd was, begint het benauwd te krijgen. Als jij HSP’er bent en je je in Maria’s woorden herkent, is het heel waarschijnlijk dat je vriend of je vriendin jouw voortdurende en niet-aflatende aandacht na een poosje als beklemming begint te ervaren. Let wel, ik zeg niets over je bedoelingen die ongetwijfeld goed en zuiver zijn; ik kijk alleen maar even naar hoe je partner (al dan niet bewust) meer en meer het gevoel begint te krijgen dat hij bezig is zijn eigen identiteit te verliezen en dat hij zich misschien zelfs wel gemanipuleerd kan gaan voelen. Zo kan het bijvoorbeeld gebeuren dat hij op een dag zegt dat hij het weekend weg wil met zijn vrienden, en dat jij daar een probleem van maakt. Je vriend heeft het gevoel dat hij klem zit en zal misschien niet weggaan om jouw gevoelens te sparen.Maar een volgende keer gaat hij wèl, en dan voel jij je verraden…
En zo verging het ook Maria en haar vriend, die in het begin van hun relatie onafscheidelijk waren en alles samen deelden. Maria voelde zich gezien en bemind door haar partner die haar in alles steunde, maar op een gegeven moment vindt er schijnbaar zomaar opeens een omslag plaats en wordt hij kribbig en kritisch. Zij ervaart het als afgewezen worden, maar in werkelijkheid is het alleen maar dat haar vriend ineens “wakker wordt” en merkt dat hij zichzelf kwijt is: hij zet zich af om zijn eigen grenzen te kunnen hervinden die daarvoor met de jouwe waren versmolten. Hij had jouw leegte gevuld (en uiteindelijk vond hij dat aanvankelijk ook meer dan best, want wie heftig verliefd is, die slaapt een beetje, en wie vindt het nou niet heerlijk als iemand dag en nacht voor je klaarstaat…) maar merkt ineens dat hem dat benauwt omdat het ten koste van zijn eigen wezen gaat.
Het zal duidelijk zijn dat een gezonde relatie gebaseerd moet zijn op wederzijdse liefde, maar liefde voor jezelf –blij zijn met wie je bent- is minstens even belangrijk.Tevreden zijn met de mens die je bent, met hoe je eruit ziet en met wat je hebt, zónder jezelf op een voetstuk te plaatsen, is gezond. Van jezelf houden betekent ook je grenzen en behoeften kennen en respecteren, innerlijk willen groeien en willen leren van wat de wereld (en vooral onze relaties met anderen) ons voorhoudt. En natuurlijk is zo’n gezonde relatie ook alleen maar mogelijk zo lang je bereid bent de ander met al zijn goede en minder goede eigenschappen te accepteren. En zo lang er van wederzijds vertrouwen sprake is; de ander vrij laten en de ruimte geven opdat hij of zij naar behoeven voor zichzelf kan zorgen en aan zijn behoeften tegemoet kan komen. En mocht het dan gebeuren dat de behoeften van de één een conflict opleveren met de grenzen en de behoeften van de ander, dan is het tijd voor een goed gesprek waarbij respect hoog in het vaandel staat.
Om als HSP’er tot zo’n gezonde en evenwichtige relatie te kunnen komen zou het raadzaam kunnen zijn om eens naar de volgende (tere) punten te kijken. Mocht je hier en daar iets van je eigen situatie herkennen, misschien is het dan een goed idee om te kijken in hoeverre er iets te veranderen of te verbeteren valt. Praat met je partner om te zien hoe het staat met jullie gevoelens voor elkaar en met ieders behoeften.
Herken je jezelf in dit gedrag, wees dan niet verbaasd als je relatie geen stand houdt, want niemand komt graag in de verdrukking. (Overigens komt het in zo’n geval vaak voor dat iemand roept: ‘…en dat na álles wat ik voor X heb gedaan!’ Precies, daarom dus.).
Lukt het je op positieve wijze met deze tips aan de slag te gaan, dan garandeer ik je dat je relaties een stuk succesvoller zullen zijn!
Bron: Karina Zegers de Beijl
De huidige wetenschap zegt dat het universum uit onmetelijk veel energiegolven bestaat. Energiegolven vind je als je subatomaire deeltjes uit elkaar haalt. Subatomaire deeltjes zijn deeltjes die je vindt als je het atoom uit elkaar haalt.
Ze zijn zo ongelofelijk klein dat je er eigenlijk niet eens over kunt praten. Op een speldenknop passen al zeven miljoen atomen! Het aantal subatomaire deeltjes uit zeven miljoen atomen is ontelbaar. Dat de wetenschap in haar onderzoek uitkomt bij de stelling dat het universum bestaat uit energiegolven is al een ongelofelijke prestatie. Toch ligt er achter deze sluier van energiegolven volgens sommigen nog iets, namelijk; leegte, of wat het Boeddhisme Sunyata of leegheid noemt. Deze leegte is wetenschappelijk nog moeilijk bewijsbaar, maar als je door de atomen, subatomaire deeltje en golven heen zou kunnen kijken met een ultra-elektonenmicroscoop zou je ruimte zien, totale ruimte. Deze ruimte, dit niets is de grondslag van alles.
Binnen veel Boeddhistisch georiënteerde stromingen noemen ze deze ruimte ‘Bewustzijn.’
Tijdens zijn lessen sprak Lao-Tse ook vaak over het Niets. Op een dag vroeg één van zijn leerlingen aan hem: ‘Meester, ik weet niet waar u het over heeft. Hoe kan alles nou Bewustzijn zijn? Hoe kan alles uit het niets voortkomen. Dat slaat nergens op.’ En Lao-Tse wees naar een vijgenboom en zei tegen hem: ‘Breng me eens een vijg.’ De leerling liep naar de boom en plukte een vijg en bracht die naar Lao-Tse. Lao-tse zei: ‘Breek die vijg eens open.’ Dat deed hij. ‘Wat zie je?’ ‘Zaden.’ ‘Geef me eens één van die zaden.’ Hij gehoorzaamde. Daarna gaf Lao-Tse hem een mesje en zei: ‘Snij het zaadje open.’ Dat ging nog niet zo gemakkelijk, want het zaadje was heel klein. Maar na een paar keer in zijn vingers te hebben gesneden lukte het hem uiteindelijk toch het zaadje open te snijden. En Lao-Tse vroeg: ‘En, wat zie je nu?’ ‘Niets! Binnenin het zaadje zit een holte, absolute nietsheid.’ En vulde Lao-Tse aan: ‘Uit dat niets komt heel het universum voort.’
Met dank aan de inzichten van Robert Adams, ‘Stilte van het hart’ uitgeverij Samsara